Een kwart van de kinderen en adolescenten kampt met overgewicht, zo blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS. Maar wat het meest opvalt, is niet te vinden in de data. Publieke verontwaardiging lijkt namelijk te ontbreken. En de rol van voeding, met name het aanbod ervan, blijft grotendeels onderbelicht in de reacties.
Voor de duidelijkheid: het is al jaren bekend dat kinderen die te zwaar zijn twee maal zoveel risico op overgewicht op latere leeftijd hebben ( Must, 1996). Jong overgewicht is op lange termijn ook verbonden aan een reeks van chronische ziekten( Maffeis et al, 2001) . Toch ontbreekt het momentum om er echt iets aan te doen. Politiek is er niet eens de wil om een suikertaks op frisdranken in te voeren. Terwijl we eigenlijk toe zouden moeten zijn aan het terugdringen van alle ‘ultra processed food’. Suiker is in die voeding nog maar het topje van de berg bewerkte grondstoffen die geen voedingswaarde hebben en louter dik maken. Ze kweken overtollig vet en gewicht omdat het louter energie en geen voedingswaarde heeft, maar ook omdat het de biochemie van het lichaam laat ontsporen. Meer dan de helft van de dagelijkse calorieën komt van deze bewerkte grondstoffen.
Met wegstrepen BTW op fruit en groente en invoeren suikertaks had de overheid een kans om bij te dragen aan betaalbaar gezonder aanbod. Het prijsinstrument zou echter nog veel effectiever kunnen worden ingezet wanneer de supermarkten zouden stoppen met het meer willen verdienen aan de gezonde varianten op de ultra processed producten met bewerkte grondstoffen. De publieke opinie is er niet mee bezig en dus kunnen de supermarkten blijven zeggen dat ze gezonde voeding promoten. Supermarkten kunnen juist een forse bijdrage aan de oplossing van overgewicht leveren door hun financiële resultaat onder de streep te halen op ongezonde producten. Extra marge op gezonde producten werkt oplossing van overgewicht juist tegen.
De voedselbranche als geheel zou zich kunnen richten op aantrekkelijke producten die geen schade toebrengen aan gezondheid en welbevinden op langere termijn. Branche verenigingen als CBL en FNLI kunnen daarin een stimulerende rol spelen.
Bronnen:
