Het programma Eenvandaag van AVRO/TROS besteedde deze week aandacht aan de afname van het gehalte aan mineralen in ons voedsel. Wetenschappers Van der Vossen en Katan gaven op dat ‘nieuws’ een reactie. Zij wijzen op de huidige landbouwtechnieken, met focus op hoeveelheid en niet op voedingswaarde. Zij bagatelliseren echter de gevolgen van deze focus.
Hun reactie mist de bredere problematiek. De conclusie dat ‘onze voeding rijk genoeg is, als je maar de juiste dingen kiest’, is te kort door de bocht. Om in het huidige voedingsaanbod die juiste keuze te maken, is voor een doorsnee consument onmogelijk. De verleiding van ongezonde producten is voor bijna 50 procent van de mensen te groot, zo blijkt uit CBS-cijfers van afgelopen oktober.
Juist die ongezonde producten zijn vaak ‘ultra processed’. Grondstoffen uit land- en tuinbouw, meestal toch al minder voedzaam dan vroeger, worden grootschalig industrieel bewerkt tot concentraten van vaak koolhydraten, met namen als suiker, zetmeel, witte bloem en maltodextrine. Meer dan de helft van wat we binnenkrijgen, bestaat uit dergelijke ‘lege calorieën’. Een groot deel van alle andere voedingstoffen blijft achter in de ingrediëntenfabriek.
Uit een doorrekening van de data van de laatste Voedsel Consumptie Peiling blijkt: voor minimaal de helft van de voedingstoffen waarvoor een dagelijkse hoeveelheid is geformuleerd door de gezondheidsraad, geldt dat meer dan de helft van de mensen daarvan onvoldoende binnenkrijgt. Hoog tijd dat we dáár eens wat meer aandacht aan besteden.